Kunstenaars die tot de Bergense avant-gardisten behoorden, waren onder andere Charley Toorop (1891-1955) en haar vrouwenfiguren, en Leo Gestel (1881-1941) met zijn ‘Boomgaard in de Beemster’ en zijn ‘Koolakkers’. Ook de schilderijen van Dirk Filarski (1885-1964) en Arnout Colnot (1887-1983) tonen het Noord-Hollandse landschap. Matthieu Wiegman (1886-1971) verbrandde bij zijn intrede in de Bergense School veertig doeken om aan zijn ‘luministische’ periode een einde te maken. Het luminisme was vergelijkbaar met het pointillisme: schilderijen, opgebouwd uit stippen
Hoewel de Bergense School niet lang heeft bestaan, kleeft aan Bergen voorgoed het imago van kunstenaarsdorp. Ook de dichter Adriaan Roland Holst droeg bij aan die faam. Hij zou er met onderbrekingen tussen 1921 en 1966 wonen. Villa Kranenburgh van de Van Reenens werd in 1953 aangekocht door de gemeente. Sindsdien heeft het aan diverse culturele instellingen onderdak geboden, zoals de muziekschool en het Kunstenaars Centrum Bergen.